Artikel

Meer over Rotterdam Zuid

Rotterdam Zuid

Wil je meer te weten komen over Rotterdam Zuid, kijk dan op de website www.ziezuid.nl

 

Ode aan Zuid!

Wat leg er allemaal op Zuid? Pincoffs, het Poortgebouw, Theater Walhalla, Hotel New York, de hoerenloper, de Kaap, de Afrikaandermarkt, stadstuindorp Vreewijk, De Kuip, RDM, Brienenoord, Charlois en natuurlijk Feijenoord. IJsselmonde, theater Zuidplein, Ahoy’, de SS Rotterdam, Kiefhoek, het Mallegat en oh ja, De Tarwewijk en de Millinxbuurt, Zuid is waar het ook wel schuurt. Pernis, Pendrecht, Poortugaal en Rhoon, wonen op Zuid is nooit gewoon.

http://bsp.opzekers.nl/ode-aan-mijn-rotterdam-zuid/

Hoezo Zuid?

Rotterdam was lange tijd, sinds de afdamming van de Rotte (1270), eh, gewoon Rotterdam. Met de aanleg van de Nieuwe Waterweg (1872) volgde de, sprong naar Zuid. Bedrijven streken neer aan de andere oever van de Maas en Rotterdam werd wereldhavenstad.

Die ontwikkeling begon schoorvoetend in de tweede helft van de negentiende eeuw. Er kwamen treinverbindingen en de aanleg van de Nieuwe Waterweg was een volgende stap; grote schepen konden nu makkelijker en sneller de stad bereiken. Mede vanwege de aanleg van spoorlijnen breidde Rotterdam zich door middel van annexatie stevig in zuidelijke richting uit. Voor havens en industrie was op Feijenoord op de linker Maasoever de ruimte die in het overvolle oude stadsgebied ontbrak.

Het vinden van het benodigde geld voor de ontwikkeling van Feijenoord stuitte aanvankelijk op problemen, maar de oprichting van de Rotterdamsche Handelsvereeniging (RHV) waaraan veel investeerders deelnamen, bracht uitkomst. Dankzij meer dan 30 miljoen aan investeringen van RHV, gemeente en rijk beschikte Feijenoord tegen het einde van de jaren zeventig over havens en bedrijfsterreinen.

 

Ontwikkelingen met grote financiële consequenties

Wanneer duidelijk wordt dat het loslaten van oude ideeën over handel nodig is om te kunnen profiteren van de mogelijkheden die doorvoer biedt, moeten vergaande beslissingen met grote financiële consequenties worden genomen. Het nog nieuwe havencomplex op Feijenoord met smalle insteekhavens voldoet niet voor het snel groeiende Rijnvaartverkeer. Om de stroomafwaarts komende ladingen steenkool en het stroomopwaarts gaande erts en graan grootschalig te kunnen overslaan, moeten nieuwe havenbekkens worden aangelegd. De enige plaats waar dit mogelijk blijkt, is opnieuw de linker Maasoever. Oude dorpen en polders verdwijnen om ruimte te maken voor de Rijn-, Maas- en Waalhaven die vanaf het einde van de jaren tachtig worden gegraven. De activiteit in het uitdijende Rotterdam neemt naarmate de eeuwwisseling dichterbij komt stormenderhand toe. Nieuwe havens en industrieën trekken veel werkzoekenden (uit de regio, Zuid-Hollandse eilanden, Zeeland, Brabant) aan die zich hier vestigen. Onder hen bevinden zich niet alleen arbeiders, maar ook middenstanders, dienstboden en verplegers.

 

Snelle stedelijke ontwikkeling

Veel korter verblijven hier de landverhuizers, die in zeer grote getale en vaak vanuit Oost-Europa via Rotterdam de oversteek naar Amerika maken. Scheepvaartverbindingen met havensteden over de hele wereld komen tot stand om snel goederen en personen te kunnen vervoeren. Ook in en rond de stad breidt het vervoer, veelal gebruik makend van paarden, zich uit. In de tussentijd gaat Rotterdam door met annexatie van omliggende gemeenten, waardoor oppervlak en inwonertal sterk toenemen. De snelle stedelijke ontwikkeling brengt behalve een vernieuwd aanzien van de stad tevens de nodige problemen en politieke en sociale onrust met zich mee. Armoede, kindercriminaliteit, drankmisbruik, prostitutie, miserabele woonomstandigheden en gespannen arbeidsverhoudingen door mechanisatie zijn een voedingsbodem voor politieke en sociale onrust. In antwoord hierop wordt de politie gemoderniseerd en stichten vermogende en betrokken particulieren allerlei verenigingen om de ergste uitwassen van het stedelijk leven te bestrijden en het volk te ontwikkelen.

 

Rotterdam, een kwetsbare stad

Rotterdam komt met de Eerste Wereldoorlog in een bewogen tijd terecht. Omdat men lange tijd met veel verve het ideaal van de transitostad heeft nagestreefd, komt al tijdens, maar vooral na de oorlog de klap des te harder aan: Rotterdam blijkt vanwege zijn eenzijdige economische ontwikkeling erg kwetsbaar door de afhankelijkheid van het Duitse achterland en de Rijnvaart. De internationale economische crisis volgend op de oorlog maakt het herstel er niet makkelijker op. Ook de vergaande politieke ontwikkelingen in Duitsland en Rusland hebben hun weerslag in Rotterdam. Ontevreden arbeiders gaan staken voor betere voorzieningen en er dreigt zelfs even een revolutie. Feitelijk wordt Rotterdam dus bijna gedwongen om na te denken over de toekomstige ontwikkeling van de stad. In de praktijk betekent dit, dat er meer aandacht komt voor cultuur, volkshuisvesting en stedenbouw. Dit uit zich onder meer in complexen van volkswoningen in de zogenaamde tuindorpen (bijvoorbeeld Vreewijk, nu 100 jaar oud), maar het zogenaamde Nieuwe Bouwen strekt zich ook uit tot opzienbarende bedrijfspanden.

 

Ontspanning en vermaak

Het drukke leven en werken, maar ook de werkloosheid en de stakingen tijdens de crisis, bieden vooral literatoren en beeldend kunstenaars veel stof. In de moeilijke jaren bloeien ontspanning en vermaak in de vorm van amusement, film en variété in bioscopen en theaters. Tevens kan de stad met Boymans bogen op een belangrijk museum en met het Rotterdamsch Philharmonisch op een invloedrijk orkest. Andere bijdragen aan stad en stadsbeeld die in deze periode onder andere worden gerealiseerd zijn het vliegveld Waalhaven, het nieuwe stadhuis, het Grand Theatre, het Heinekencomplex aan de Rotte en het Van Nellecomplex aan de Schie, de Hef(brug), de Bijenkorf, de Maastunnel, het Feyenoord Stadion en de nieuwe Diergaarde Blijdorp.

 

De komst van de eerste joodse vluchtelingen, de aanleg van schuilloopgraven, verduisteringsproeven en distributievoorbereidingen zijn eind jaren dertig de onheilspellende voortekenen van de Tweede Wereldoorlog. Bombardement en verloop van de oorlog zijn bekend.

Op de orgelzolder van de Breepleinkerk (Van Malsenstraat)in Rotterdam-Zuid zijn diverse voorwerpen gevonden van de joden die zich er tijdens de oorlog schuilhielden. Het orgel van de kerk diende tijdens de Tweede Wereldoorlog als schuilplaats voor zes Joodse onderduikers. Bijna drie jaar lang werd het zestal op de kerkzolder verborgen gehouden door de koster.

 

Economische ontwikkeling

De wederopbouw, de stadsvernieuwing en de economische ontwikkelingen (havenherstel, Botlekgebied/Europoort, Maasvlakte) lieten Zuid niet ongemoeid. De internationale handel (olie en olieproducten) groeide snel. Zo kort na de oorlog waren meer huizen nodig. De wijkgedachte zoals tot uiting kwam in het wederopbouwplan leidde tot de ontwikkeling van Zuidwijk (1954-1958) van architect Willem van Tijen. Lotte Stam-Beese was verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een andere tuinstad: Pendrecht (1949-1952) en P. van Drimmelen nam in die tijd Lombardije onder zijn hoede.

 

De Erasmusbrug, de schakel tussen De kop van Zuid en het centrum

Door de grootscheepse havenontwikkeling na de Tweede Wereldoorlog in het buiten het centrum gelegen gebied was Rotterdam een stad zonder haven geworden. De relatie tussen stad en rivier werd vanaf 1980 hersteld met de voorgenomen ontwikkeling van de Kop van Zuid. De Kop van Zuid geldt nu als een ‘nieuwe’ wijk in Rotterdam, gelegen op de zuidoever van de Nieuwe Maas tegenover het centrum van de stad. De wijk is vrij jong en bestaat uit de Wilhelminapier en de V begrensd door de Rosestraat / spoorlijn Rotterdam-Dordrecht enerzijds en de Hilledijk / Hillestraat / Rijnhaven anderzijds. De Kop van Zuid is en wordt gebouwd op voormalige, in onbruik geraakte haventerreinen rond de Binnenhaven, Entrepothaven, Rijnhaven, Spoorweghaven en de Wilhelminapier. Deze haventerreinen zorgden samen met de Nieuwe Maas voor een grote fysieke afstand tussen het centrum ten noorden van de Maas en Rotterdam-Zuid. Door dit gebied om te vormen tot (te vullen met) stedelijk gebied, en door goede verbindingen aan te leggen, wordt gepoogd Noord en Zuid met elkaar te verenigen. Begin jaren 90 werd een masterplan gemaakt door Riek Bakker en Teun Koolhaas. Dit plan werd in de loop der jaren uitgewerkt tot een stedenbouwkundig plan. Belangrijke elementen hierin zijn de verbindingen met het centrum van Rotterdam door middel van de Erasmusbrug (1996) en metrostation Wilhelminaplein.

 

De gevolgen voor Katendrecht

Deze ontwikkeling had ook grote gevolgen voor Katendrecht. Voor de Tweede Wereldoorlog had, voornamelijk door de scheepvaart, Katendrecht de grootste Chinese gemeenschap van Europa. Vele Chinese migranten woonden hier in zeer eenvoudige kosthuizen. Ook waren er gelegenheden waar opium werd gebruikt. De wijk was tot ver in de jaren in tachtig vooral bekend als hoerenbuurt en Chinatown, en heeft dat imago nog steeds bij veel Rotterdammers. Inmiddels is Katendrecht de status van probleemwijk kwijt. Recente vernieuwingen hebben de wijk veranderd (hippe eetgelegenheden), en de wijk wordt nog verder gerenoveerd. De nieuwe brug van Katendrecht naar Hotel New York, de Rijnhavenbrug, wordt in de volksmond 'Hoerenloper' genoemd; een verwijzing naar de vroegere rosse buurt. De brug landt op Katendrecht tussen de Fenixloodsen aan het Deliplein en stimuleert de ontwikkeling van Katendrecht enorm..